Richtlijnen huisvesting en verzorging
Trachemys scripta spp.
Auteur: Jan Boonstra
Datum: november 2021
Let op: de huisvestingsrichtlijnen van de NBSV zijn met zorg opgesteld. De auteurs zijn ervaren houders en kwekers van de bewuste soort(en). Zij hebben hun ruime praktijkervaring als kennisbron ingezet. De auteurs zijn geselecteerd en begeleid door een werkgroep van de NBSV. Omdat altijd sprake is of moet kunnen zijn van voortschrijdende inzichten, kunnen de richtlijnen in de loop van de tijd wijzigen. Het gaat daarom om richtlijnen en niet om een normstellend document dat bedoeld is om over te nemen als geldende regelgeving. De verschillende huisvestingsaspecten per soort behoren in onderlinge samenhang te worden gezien. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een kleinere huisvesting (dan de minimum omvang) voldoet als extra aandacht aan de inrichting is besteed. Niet de richtlijnen zijn maatgevend, maar het gedrag van dieren. Als voorbeeld: een schildpad die continue langs de rand van de huisvesting loopt, is niet goed gehuisvest. Dat kan aan de grootte van de huisvesting liggen, maar ook aan de inrichting ervan of zelfs aan beide aspecten.
Perspectief
Klimaat | |||
Gematigd
|
(Sub)tropisch
|
Woestijn/Steppe
|
|
Land
|
|||
Moeras
|
|||
Water
|
Ondersoorten
- Trachemys scripta elegans;
- Trachemys scripta scripta;
- Trachemys scripta troosti.
Herkomst
Genetisch
Dieren uit de verschillende herkomstgebieden verschillen ook binnen dezelfde ondersoort vaak subtiel van elkaar, onder meer qua grootte, basiskleur en tekening. Onderzoek toont aan dat er genetisch verschillen zijn die in belangrijke mate geografisch van aard zijn.
Biotoop
Vijvers, rivieren, moerassen en waterlopen.
In gevangenschap wordt Trachemys scripta spp. het beste gehouden in een buitenvijver, zo mogelijk met koude kas, of in een aquarium. Qua inrichting zijn er vele mogelijkheden. Het is belangrijk om daarbij onder meer de volgende aspecten in acht te nemen:
- zon- en opdroogmogelijkheden op stronken en verhogingen; bij onvoldoende zon, of bij plaatsing in een aquarium, is een warmtespot benodigd die 35-40 °C biedt;
- warm microklimaat in een kas/broeikas om de temperatuur in het grootste deel van het verspreidingsgebied na te bootsen;
- natuurlijke oeverbeplanting als beschutting tegen wind (in het geval van een buitenvijver);
- veel zwemwater (enthousiaste zwemmer) van minimaal 30 cm diep (en bij volwassen dieren liefst 40-50 cm diep);
- een voldoende diepe, lichtvochtige aflegplaats voor eieren om legnood te voorkomen, minstens een schildlengte diep (20 cm);
- bij plaatsing in een aquarium is UV-B verlichting benodigd om vitamine D3 te kunnen aanmaken;
- Zand op de bodem van vijver of aquarium;
- Anti-ontsnappingsmaatregelen in het geval van huisvesting in een vijver (overhangende rand).
Richtlijn: bied een gevarieerde inrichting en zorg voor zon- en opdroogmogelijkheden. Houd rekening met de temperaturen in het natuurlijke verspreidingsgebied.
Klimaatgegevens
Trachemys scripta spp. heeft een enorm verspreidingsgebied met heel gevarieerde klimaatzones. Van warme zomers en koude winters, tot een gematigd klimaat dat op dat in Nederland en België lijkt (met name Trachemys scripta elegans in het noorden). De tabel geeft de gemiddelde temperatuur voor Nashville (Tenessee) weer; Nashville ligt middenin het natuurlijke verspreidingsgebied.
De gemiddelde temperatuur in het natuurlijke verspreidingsgebied lijkt in delen van dat gebied op de temperatuur in Nederland en België. Belangrijk verschil is echter dat in het natuurlijke verspreidingsgebied kwakkelzomers niet of vrijwel niet voorkomen. Als Trachemys scripta spp. in een buitenvijver wordt gehouden, is in principe aandacht nodig voor kwakkelzomers, in de vorm van een kas met binnenvijver. Bekend is echter dat vele houders de soort het gehele jaar buiten houden, al tientallen jaren zonder noemenswaardige problemen. In een aquarium is het eenvoudig mogelijk om de temperaturen te regelen naar het niveau in het natuurlijke verspreidingsgebied.
Richtlijn: benader de ontwikkeling van de temperatuur en het aantal zonuren in het natuurlijke verspreidingsgebied zoveel mogelijk.
Winterslaap
In het natuurlijke verspreidingsgebied gaan de dieren in winterslaap. Afhankelijk van de regio duurt deze korter of langer. Geef deze soort in gevangenschap een winterslaap in een koel en verduisterd verblijf met een waterhoogte van circa anderhalve hoogte van het schild (15 cm). In herfst en voorjaar moet worden gezorgd voor een geleidelijke overgang naar de situatie in de winter respectievelijk naar de zomer.
Richtlijn: zorg voor een winterslaap in de temperatuurzone 2-10 °C in ondiep water (circa 15 cm).
Dieren per oppervlakte
Uit de natuur is niet bekend hoeveel dieren er per m2 leven. In gevangenschap is een leefruimte van 0,75 m2 is voldoende om 1 volwassen dier te huisvesten. Voor elk extra volwassen dier is een extra leefruimte nodig van circa 0,1 m2per extra dier gewenst. In het algemeen geldt echter: meer ruimte is altijd beter!
Richtlijn: een verblijf voor één volwassen dier dient op z’n minst 0,75 m2 groot te zijn. Per extra dier is minimaal 0,1 m2 extra ruimte gewenst.
Wetgeving
Trachemys scripta spp. is niet wettelijk beschermd. De soort staat op de Unielijst met invasieve soorten en mag alleen worden gehouden door de mensen die ze al in bezit hebben. De dieren mogen niet worden overgedragen en er mag niet mee worden gekweekt.
Voortplanting
Om stress te voorkomen, kunnen man en vrouw het beste apart worden gehouden. Voor de paring kunnen zij enige malen bij elkaar geplaatst worden. Het mannetje vertoont baltsgedrag door met voorpoten te wapperen tegenover het vrouwtje. Een winterrust of -slaap van 2 tot 3 maanden is bevorderlijk voor het verkrijgen van nakweek. Het vrouwtje legt de eieren in het landgedeelte op een diepte van ca. 20 cm. Een legsel bevat doorgaans 3 tot 8 eieren. Omdat Trachemys scripta op de Unielijst is opgenomen, is kweken in het gebied van de EU verboden; vernietig daarom altijd de eieren.
Richtlijn: voorkom stress bij vrouwelijke dieren.
Richtlijn: zorg voor een geschikte aflegplek voor eieren als er vrouwtjes zijn, ter voorkoming van legnood. Vernietig daarna de eieren.
Voedsel
Trachemys scripta spp. is omnivoor en eet dus zowel dierlijk als plantaardig. Belangrijk is om voldoende variatie in het aangeboden voedsel aan te brengen. Geschikt voer: waterinsecten, wormen, slakken, magere vis- en vleesproducten, waterplanten, kattenbrokjes, korrels voor vijvervissen en watervogels, paardenbloem, sla, andijvie, tomaat, schalen van kippeneieren, sepiaschelpen.
Richtlijn: bied gevarieerde voeding, zowel plantaardig als dierlijk.
Ziekte
Raadpleeg in geval van twijfel altijd een reptielenarts. Op nbsv.nl vind je een overzicht van gespecialiseerde reptielenartsen. Een gezonde schildpad is actief, kijkt goed uit de ogen, eet en heeft geen snotneus. Ga niet zelf zitten dokteren. Geef een ziek dier in ieder geval voldoende warmte en incidenteel een lauw badje om de darmen te legen. Vang ontlasting op en neem dit mee naar de reptielenarts voor onderzoek naar bijvoorbeeld parasieten of wormpjes.
Praktijkvoorbeelden